Roken en het puberbrein

Roken en het puberbrein

Roken leidt tot blijvende hersenschade in het puberbrein. Door de nicotine neemt het concentratievermogen af en neemt de impulsiviteit toe, waardoor de leerprestaties kunnen afnemen. Deze schade wordt in de loop van het leven niet hersteld. Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam, dat is gepubliceerd in Nature Neuroscience.

In het onderzoek werd aangetoond wat nicotine doet in de hersenen. Eerder werd al aangetoond dat roken jongeren gevoeliger maakt voor verslaving op latere leeftijd. De wetenschappers hebben een nieuw mechanisme ontdekt dat verklaart hoe blootstelling aan nicotine op jonge leeftijd schade aan het brein tot gevolg kan hebben.

Zij stelden adolescente ratten gedurende een beperkte periode bloot aan nicotine. Als deze ratten vervolgens getest werden als ze volwassen waren, bleek het concentratievermogen als gevolg van die blootstelling achteruit te zijn gegaan en hun impulsiviteit omhoog.

De nicotine levert dus langetermijnschade op: de ratten vertoonden als volwassenen gedragsproblemen. Opvallend is dat de hersenschade niet optrad als volwassen hersenen werden blootgesteld aan nicotine.  Een verklaring daarvoor is dat puberhersenen nog in ontwikkeling zijn, en daardoor extra kwetsbaar zijn.
De studie laat duidelijk zien dat de hersenen gedurende de adolescentie heel kwetsbaar zijn voor verslavende stoffen, zoals nicotine. Wanneer vertaald naar de mens kan jong beginnen met roken een rol hebben in het ontstaan van aandachtsstoornissen in de volwassenheid.

Volgens de onderzoekers bewijzen deze resultaten dat nog intensiever moet worden gezocht naar mogelijkheden om pubers van het roken af te houden.

Bron: de Volkskrant